[Sipke Jan Bousema, 2016]
Trypsine is een enzym, dat peptiden, eiwitbrokjes, kan afsplitsen van eiwitten, Het draagt zo bij tot vertering. Om afbreken van eigen lichaamseiwitten te voorkomen moeten de eiwitsplitsende enzymen geblokkeerd kunnen worden. Alpha-1 antitrypsine is nu een eiwit dat de werking van trypsine en andere enzymen zoals elastase, afkomstig uit de witte bloedlichaampjes, kan blokkeren. De eiwitten in het bloed, waaronder Alpha-1 antitrypsine, kunnen in het laboratorium ingedeeld worden in klassen (alpha 1 en 2, beta, gamma) Alpha-1 antitrypsine bevindt zich in de alpha 1 klasse van de eiwitten. Verreweg het grootste deel van dit eiwit wordt gemaakt in de levercellen. Andere cellen zoals niercellen, dunne darmcellen en de witte bloedcellen kunnen dit ook in kleine hoeveelheden. Aangezien tijdens ontstekingsprocessen in het lichaam de productie en ook de concentratie in het bloed van Alpha-1 antitrypsine toeneemt, wordt het eiwit ook wel een acuut-fase eiwit genoemd. Bij patiënten met een tekort aan Alpha-1 antitrypsine in het bloed blijkt dat het evenwicht met het elastase verstoord is. Dit geeft met name aanleiding tot het ontstaan van longklachten (emfyseem). In deze bijdrage zal niet verder ingegaan worden op de longproblemen bij Alpha-1 antitrypsine deficiëntie.
Voordat we in gaan op de samenhang tussen een tekort aan Alpha-1 antitrypsine en leverziekte leggen we eerst meer uit over de structuur van dit eiwit. Met behulp van laboratoriumtechnieken zijn vele kleine verschillen in structuur aan te tonen. Deze verschillen zitten vooral in de koolhydraatzijketens. Deze typering wordt de fenotypering genoemd. Het blijkt dat de erfelijke code voor Alpha-1 antitrypsine van beide ouders tot uiting wordt gebracht. De verschillende Alpha-1 antitrypsine structuren worden aangeduid met letters van het alfabet. De erfelijke informatie zit in de chromosomen en deze zijn genummerd. Van iedere chromosoom zijn er twee (een is van de moeder en een is van de vader afkomstig). De erfelijke code voor Alpha-1 antitrypsine is gelokaliseerd op de lange arm van het chromosoom 14. Er zijn inmiddels meer dan 70 verschillende erfelijke varianten geïdentificeerd. De meeste fenotyperingen van het Alpha-1 antitrypsine hebben een normale concentratie in het bloed. Er zijn echter enkele die met een verlaagde concentratie gepaard gaan en deze fenotypen geven een grotere kans op het krijgen van long- of leverbeschadiging.
Het verband tussen Alpha-1 antitrypsine deficiëntie en leverziekte is voor het eerst beschreven in 1969. Dit verband is alleen gezien bij de fenotypering ZZ, SZ en Z (nul). De piekleeftijden voor het ontstaan van de leverziekte is bij baby's en in de leeftijd boven de 40 jaar. Het is onbekend waarom slechts 10% van de baby's met bovenstaande typering klinische verschijnselen krijgt in de zin van geelzucht. De duur van deze geelzucht varieert van enkele dagen tot enkele maanden en kan zelfs een enkele keer aanleiding tot een zeer ernstige leveraandoening zijn. Alleen transplantatie kan dan nog uitkomst brengen.
Ook het ontstaan van een ernstige leverziekte op oudere leeftijd komt in een klein percentage voor. Het is niet bekend waarom niet iedere Alpha-1 antitrypsine deficiëntie met phenotype ZZ, ZS en Z. (nul) gepaard gaat met leverziekte. Mogelijk is er een verandering van een nabij gelegen erfelijke eigenschappen (gen) bij betrokken.
"De lever zou alleen maar verslechteren en aan een transplantatie was binnen een verloop van 10 jaar niet te ontkomen."
Er is er geen doorbraak op korte termijn te verwachten bij de behandeling van de leverafwijkingen.Opmerkelijk is verder dat de patiënten met een Alpha-1 antitrypsine deficiëntie en een leverziekte meestal geen ernstige longafwijkingen krijgen. Er zijn voor patiënten met longafwijkingen gunstige vooruitzichten op een goede preventieve en therapeutische behandeling met het binnen afzienbare tijd beschikbaar komen van aerosols met remmers van het enzym elastase, die geïnhaleerd kunnen worden.
Heb je een kind met deze aandoening, dan is er praktische informatie te vinden op:
https://www.leverpatientenvereniging.nl/ouders-en-kinderen
Voor leden van de NLV is veelal telefonisch contact met een ervaringsdeskundige mogelijk. Stuur een e-mail met uw vragen aan ofni @leverpatientenvereniging.nl De NLV legt contact met de ervaringsdeskundige en deze maakt per e-mail een telefonische afspraak. Bij het lotgenotencontact kunt u geen medische vragen, vragen over medicijngebruik of levensverwachting stellen. Het leven met deze aandoening staat centraal.
Hambakenwetering 15
5231 DD 's-Hertogenbosch
Tel: 085 - 27 34 988
E-mail: ofni @leverpatientenvereniging.nl
KvK: 40535249
Bank: NL 44 INGB 0000 361 038
ANBI: 808313472